Lei Linde 14-16

Tilia europaea Pallida 

Krachtige groeiwijze. De bast blijft lang dun, pas later ontstaan diepe groeven. Er vormt zich weinig tot geen wortelopslag rond de stam. Eerst zijn de twijgen nog geelbruin maar ze kleuren spoedig bruinrood. Dit is een belangrijke herkenningspunt voor deze boom. Ook de bladknoppen zijn bruinrood. Het blad is lichtgroen met een geelachtig groene onderzijde en heeft een brede, iets hartvormige bladvoet en een rode bladsteel. 'Pallida' loopt in het voorjaar eerder uit dan de soort. 

Stamomtrek in cm gemeten op 1 m hoogte 

Als leivorm verkrijgbaar in stamhoogte 180 cm en 200 cm. Het leirek is 180 cm breed en 120 cm hoog. Andere maten en of afmetingen op aanvraag verkrijgbaar.

• Schors en takken:grijs gegroefd, twijgen kaal, geelbruin, later opvallend bruinrood
• Blad:scheef hartvormig, lichtgroen, onderzijde geelgroen, 5 - 12 cm,
• Bloemen:in tuilen, Ø 7 - 10 cm, bloemen 3 - 11 bijeen, gelig-wit, juni/juli , geurende bloemen
• Vruchten:rond tot ovaal, Ø 0,6 cm, grijsbruin, viltig behaard
• Giftigheid:niet giftig (gewoonlijk)
• Grondsoort:alle
• Verharding:verdraagt verharding
• Drachtboom voor bijen
• Oorsprong:noordwestelijk Europa
• Synoniemen:Tilia europaea ‘Koningslinde’